Is er hier wifi? En wijn?

22-06-2024

8 Jaar. Zo lang is het geleden dat ik een binnenspeeltuin betrad. Ik had een leven lang voort gekund zonder een plek als deze nog binnen te stappen. De reden dat het zo lang geleden is, is dat mijn hooggevoelige kind destijds zelf het signaal gaf dat binnenspeeltuinen een aanslag waren op zijn zintuigen. Ik dankte de hemel daarvoor, echt waar, want binnenspeeltuinen zijn eveneens voor mijn hooggevoelige ik het equivalent van een war zone. Nergens hoor je meer lawaai. Nergens ruikt het meer naar k*k en sn*t. Nergens ter wereld plakt het harder dan in een binnenspeeltuin.

Cas zijn aversie voor ballenbakken en overbezette glijbanen en mijn voorliefde voor warme koffie op rustige plaatsen vormden het fundament voor aap normaal. 8 Jaar geleden besloot ik (in een binnenspeeltuin) om, later als ik groot was, een plaats te creëren waar kinderen veilig en hygiënisch verantwoord zouden kunnen spelen; waar ouders sereen van een latte of een cava zouden kunnen genieten zonder om de haverklap te moeten beginnen schreeuwen naar hun kinderen dat ze elkaar niet mogen kopje-onder-duwen in die ballenbak. Nu ben ik groot en ben ik blij dat ik die plek hebben kunnen creëren voor gevoelige zieltjes en gevoelige moedertjes. Een plek waar je een verjaardagsfeestje echt kan beleven; voornamelijk omdat je elkaar nog kan verstaan en je geschenkjes niet gaan ruiken naar oud frituurvet.

Vandaag, 8 jaar later, gooide mijn zoon aan de ontbijttafel met melk naar zijn cornflakes en met de boodschap dat hij naar de binnenspeeltuin wilde naar mij. Ik slofte vermoeid naar de ijskast voor de fles rosé die ik over mijn cornflakes wilde gieten. Zijn kameraad die was blijven slapen vond dat Cas een standbeeld verdiende voor zo'n geniaal idee. "Maar jullie zijn 12 jaar", deelde ik hen mee, "jullie mogen daar niet meer binnen." Ik vergat dat 12-jarigen smartphones bezitten en dat zij kunnen googlen als experts. Mijn argument hield geen steek. Ik pakte een koffer en propte die vol met natte doekjes, mijn laptop, een leesboek, een koptelefoon en een pot goud die ik vast nodig zou hebben om ingang en drankjes te betalen.

Een uur later installeerde ik me aan het enige vrije plaatsje dat er nog was, dichtbij de bar.  Een afspeellijst met chillax-muziek schalde door mijn koptelefoon mijn oren in. Ik moest hem zo luid zetten dat ik haast overprikkeld raakte door mijn eigen chillax-muziek. Ik pakte mijn boekentas weer in en verhuisde naar een tafeltje buiten, dicht bij het raam in de hoop zo nog wifi te kunnen ontvangen. Koffie. Gelukkig had ik mijn pot goud mee. Ik klapte mijn laptop open, zette Spotify weer aan en slurpte van mijn warme drank. Mijn kinderen waren allang spoorloos. Andermans kinderen circuleerden rond mijn tafel; bruine vegen op hun gezicht. Een laagje zand viel op mijn huid. "Wat doe jij?", werd er mij gevraagd. "Ik werk", zei ik beleefd. "Waarom?" "Om weer zin te geven aan mijn bestaan", repliceerde ik. Dat begrepen ze niet dus dropen ze af. 

Zucht. Wijn. 

Op weg naar de bar struikelde ik over een schopje. De geur van kinderzweet was penetrant. "Mama!" Ik hoorde mijn kind roepen ondanks mijn luide chillax-muziek. Iets met moederschap, denk ik. Ik keek op en zag hem bovenaan het speeltuig hangen; zijn kameraadje trouw naast hem. Twee koppen zo rood als een tomaat; haar dat plakte tegen hun hoofd. Ze zwaaiden naar me met een glimlach van oor tot oor. Compleet lak aan de gebrekkige hygiëne; doof voor het gekrijs rondom hen; geen zorg aan hun hoofd. Daar hing de zin van mijn bestaan. "Jullie zijn 12 jaar", lachte ik, "speel maar lekker raak!" 

Wat later stond er portie bitterballen op onze tafel. Voedsel op hoge temperatuur bereid kan geen problemen veroorzaken. Denk ik zo. De kinderen die bij mij hoorden, stonden gelijk aan tafel. Vanaf dat speeltuig waaraan zij bungelden, hadden ze geroken dat er op tafel 542, buiten, iets eetbaars was komen te staan. Een gave. "Hoe gaat het, mama?', vroeg Cas met een mond vol bitterbal. Bij wijze van antwoord tilde ik mijn glas witte wijn in de lucht; een glimlach van oor tot oor. Cas knikte bevestigend, één en al begrip, en keerde zich tot zijn vriend: "Er is wijn, dat maakt mama altijd beter." Zijn vriend keerde zich tot Cas, mond vol bitterbal, en antwoordde droogjes: "De mijne ook.